Karel Schmidt
Margaretha Verwey Baanbrekend naaldkunstenares

Margaretha Verwey was zonder twijfel een van de belangrijkste personen in het leven van Karel Schmidt. Ze is vaak gekarakteriseerd als een merkwaardige vrouw, met een sterke wil en grote daadkracht. Maar ook haar veerkracht en levensvreugde worden genoemd. Een vernieuwend kunstenares. Voor de idealistische Schmidt was ze de doortastende, zakelijke rechterhand, die vurig zijn werk voor het voetlicht bracht.

Margaretha Verwey: een merkwaardige vrouw met een sterke wil en grote daad- kracht, veerkracht en levensvreugde.

Margaretha Verwey (1867-1947) groeide op in een Amsterdams herenhuis waar haar vader een meubelmakerij had. Er waren twee oudere broers en een halfzus: de later bekende dichter Albert, Chris en Anna. Margaretha beschrijft haar kindertijd als somber en eenzaam. Haar moeder overleed toen zij vier was. Anderhalf jaar later stierf haar stiefmoeder in het kraambed. Het contact met haar vader was goed en liefdevol, maar hij overleed toen zij tien was. Met haar tweede stiefmoeder en haar twee voogden had zij geen goede relatie.

 

Ze beleefde wel veel plezier aan het werken met naald en draad, en vooral in het spelen met kleur. Toen zij 21 werd, veranderde haar leven. Door gebrek aan inkomen moest er een nieuwe bron van bestaan worden gezocht. Margaretha begon een handwerkzaak. Dat opende nieuwe mogelijkheden, zowel voor haar persoonlijke ontwikkeling als voor haar geliefde handwerk. De winkel, die haar naam droeg en zich aan de Nieuwe Spiegelstraat in Amsterdam bevond, werd een succes.

 

Tegen de tijd dat Margaretha 25 werd, was er veel belangstelling voor haar werk en de winkel groeide. De uitbreiding van het Museum voor Kunstnijverheid in Haarlem leverde haar veel werk op. Haar eigen ontwerpen werden er tentoongesteld en ook voor de uitvoering van ontwerpen door andere kunstenaars werd een beroep op haar atelier gedaan.

 

Ze timmerde flink aan de weg met meerdere tentoonstellingen, voordrachten en demonstraties door het hele land. Dit had een positieve uitwerking op de handwerkzaak. Die kreeg hoe langer hoe meer een eigen sfeer. Het aantal medewerkers breidde uit tot rond de dertig. De winkel was als één grote familie, het werk werd gedaan met liefde en toewijding. Deze jaren behoorden tot de meest vreugdevolle van haar leven.

Bij haar broer Albert ontmoette Margaretha mensen als Frederik van Eeden, Adriaan Roland Holst, Henriette van der Schalk (later Henriette Roland Holst), en de architect Berlage. Op aanraden van Berlage ging Margaretha de ontwerpcursus volgen in de Vâhanaloge van de Theosofische Vereniging. Zij kreeg les van de architecten Lauweriks en De Bazel. Daar ontwikkelde ze een nieuwe handwerkkunst in moderne stijl. Geometrische patronen waren daarbij het uitgangspunt, als afspiegeling van de ordening en eenheid in de natuur en de kosmos.

Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Margaretha Verwey raakte lichamelijk uitgeput en belandde in een innerlijke crisis. Ze komt een vroegere vriendin tegen die officier bij het Leger des Heils is. Die raadde Margaretha aan om haar bezittingen te verkopen en onder de armen te gaan werken. Daarop zette Margaretha haar naaldkunstzaak in de Nieuwe Spiegelstraat te koop en ging werken in de tehuizen van het Leger des Heils.

 

Kort daarop, in 1917, ontmoette Margaretha Karel Schmidt, van wie ze zeer onder de indruk was. Margaretha schrijft: ‘Door de gesprekken met Karel Schmidt [...] zag ik de dwaasheid van mijn wanhoopsdaad in. Zijn groot geestelijk weten, veelal ook in zijn werk uitgedrukt, deed mij alle gebeuren zien in een nieuw licht. Hij leerde mij niet stil te staan bij schuld en zonde, maar smart en leed moedig te dragen.’ Ze gaf de makelaar opdracht de verkoopborden bij haar winkel weg te halen.

Langzaamaan ontwikkelde Margaretha een nieuwe handwerkkunst in moderne stijl: geo- metrische patronen als afspiegeling van de ordening en eenheid in de natuur en kosmos.

Margaretha werd een vurig voorvechtster van het werk en de ideeën van Karel Schmidt en zette al haar kwaliteiten en zelfs haar vermogen in om hem te steunen. Zo vroeg ze een gesprek aan met de directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, die instemde met een expositie van Karel Schmidt. Enige voorwaarde was dat het een groepsexpositie moest zijn. Daarop werd de tentoonstelling De Smeden ingericht, met merendeels het werk van Schmidt.

 

In 1919 liet Margaretha Verwey een atelier, De Smidse genaamd, voor Schmidt bouwen bij het huis in Blaricum. Ook organiseerde zij voordrachten door Karel Schmidt, onder andere in het Hotel Americain in Amsterdam. Verder richtte zij zich op het financiële beheer. Dat was niet eenvoudig, omdat Karel Schmidt mensen vrij liet in wat zij wilden betalen voor zijn schilderwerk of voor het bijwonen van de lezingen.

Na het overlijden van Karel Schmidt in 1920 woonde Margaretha met zijn weduwe, Johanna Schmidt-de Kruijf, en hun drie kinderen in het huis naast het atelier. Zij is als een tweede moeder voor de kinderen. Financieel was het een zeer moeilijke tijd. De hypotheek kon vaak niet op tijd betaald worden. Meerdere keren dreigde gedwongen verkoop van alle bezittingen. In 1924 werden het huis, De Smidse en de grond eromheen verkocht. Met Johanna en de drie kinderen verhuisde Margaretha naar Amsterdam, waar zij introkken in de zaak aan de Nieuwe Spiegelstraat.

 

In datzelfde jaar werd Margaretha Verwey wel beloond voor haar inspanningen voor vernieuwing van het nijverheidsonderwijs. Er werd een nieuwe acte in het leven geroepen: een acte van bekwaamheid tot het geven van nijverheidsonderwijs. Margaretha trad toe tot de examencommissie, een taak die zij jarenlang met veel plezier vervulde.

 

In 1926 zag Margaretha een aankondiging van enkele voordrachten door de vermaarde Dr. Rittelmeyer, een evangelische predikant van De Christengemeenschap. De Christengemeenschap is een beweging tot religieuze vernieuwing, in 1924 opgericht in Duitsland, gebaseerd op de geestelijke inzichten van Rudolf Steiner. Margaretha Verwey ging met Johanna Schmidt naar de voordrachten, die een volgende stap in haar ontwikkeling inleidden. Ze schreef: ‘We zagen voor ons de levende Christus [...] Het jubelde in mij. Het ‘Christus in ons’, als levende werkelijkheid, wilde zich baan breken, in de plaats van al mijn Blaricumse idealen, verlangens en wenschen. Hier zou ik een nieuw boekdeel kunnen beginnen, waarin alles stond in een geheel nieuw licht.’

 

Ze besloten naar Den Haag te verhuizen, zodat de kinderen naar de Vrije School konden, die is gebaseerd op de pedagogiek van Rudolf Steiner. De zaak in Amsterdam werd verkocht. In deze tijd verdiepte Margaretha zich in de antroposofie van Steiner: zowel diens christologische werk als zijn voordrachten over pedagogie en de biologisch-dynamische landbouw. Toen Margaretha zeventig werd, verkocht ze de zaak in Den Haag. Ze wilde naar Amsterdam terug. In 1941 verhuisde zij naar de Elisabeth Otter-Knoll Stichting, een tehuis voor oudere dames in Amsterdam. Margaretha Verwey overleed daar op 17 december 1947, na een rijk innerlijk en uiterlijk leven.

'Karel Schmidt leerde mij niet stil te staan bij schuld en zonde, maar smart en leed moedig te dragen.' 'Het jubelde in mij. Hier zou ik een nieuw boek- deel kunnen beginnen, waarin alles in een ge- heel nieuw licht stond.'