Karel Schmidt

De Eerste Wereldoorlog maakte een ruw einde aan dit optimisme. De wreedheid en het geweld waren voor velen een enorme desillusie. Dat gold zeker ook voor Karel Schmidt.

 

Ondanks de Nederlandse neutraliteit zag Schmidt de gevolgen van de oorlog. Vluchtelingen uit België, voedselschaarste, hoge werkloosheid en grote armoede. Gedreven door zijn sterke sociale betrokkenheid bood Karel Schmidt de helpende hand. Zo verrijkte hij bijvoorbeeld, met zijn goede gevoel voor kleur, de tekeningen van zijn Belgische vriend de kunstenaar Alfred Ost. De tekeningen werden verkocht en de opbrengst ging naar de minderbedeelden.

De vroeg twintigste eeuw waarin Schmidt leefde, was een roerige periode. De industrialisatie had veel producten betaalbaar

gemaakt, maar zorgde ook voor grote armoede. De Eerste

Wereldoorlog (1914-1918) had Europa in haar ban.

 

Het begin van de twintigste eeuw werd echter ook gekenmerkt door vernieuwingsdrang, grote idealen en spiritueel zoeken. De oude waarden hadden afgedaan en een nieuwe moraal moest het benepen burgerdom vervangen. Socialisme en vrouwen-emancipatie komen op. Het is de tijd van grote verwachtingen.

Vluchtelingen. Voedselschaarste. Werkloosheid. Armoede. Karel Schmidt in zijn tijd

Niet alleen de oorlog, maar ook de opkomst van de industrialisatie hield Karel Schmidt bezig. De kwaliteit van een product en de liefde voor arbeid leden volgens Schmidt onder de opkomst van massaproductie. Economisch gewin werd de belangrijkste doelstelling. ‘De kwaal van onze tijd is arbeidsschuwheid […] Wie uitsluitend arbeidt om loon, verlaagt zichzelf tot loonslaaf,’ aldus Schmidt, die afkeurend stond tegenover het liefdeloos vervaardigen van een product.

'De kwaal van onze tijd is arbeids- schuwheid. Wie uitsluitend arbeidt om loon, verlaagt zichzelf tot loonslaaf.'

Schmidt was niet de enige met deze gedachte. Zo vergeleek de Engelse socialistische schrijver, ontwerper en utopisch denker William Morris de schoonheid van het werk van een ambachtsman in de laatmiddeleeuwse stedelijke samenleving met de geestelijk en lichamelijk afgestompte loonarbeider van zijn tijd. Die zou volgens Morris lijden onder het juk van de zielloze industrialisatie. Morris stimuleerde de ‘gemeenschapskunst’ en kreeg veel volgelingen, waaronder ook verscheidene Nederlandse kunstenaars.

 

De oorlog, individualisme en het gebrek aan onderlinge liefde, de opmars van industrialisatie – het waren voor Schmidt de symptomen van een ‘zieke en lijdende’ mensheid. Schmidt hoopte met de spirituele verbeeldingskracht van zijn esoterisch werk een bijdrage te leveren aan het herstel van het menselijke, maatschappelijke en spirituele welzijn.

terug naar boven