Een markant figuur, met veel charisma en diepe compassie voor zijn medemens. Zo kan de Nederlandse visionaire schilder Karel Albert Schmidt (1880-1920) misschien wel het meest treffend getypeerd worden.
De in Makassar (Indonesië) geboren Karel Schmidt heeft zijn relatief korte leven intensief geleefd. Hij was behalve kunstschilder ook een bevlogen schrijver en gepassioneerd spreker, prediker, muzikant, magnetiseur en helderziende.
Als schilder was Schmidt op en top een man van zijn tijd. In zijn schilderijen wilde hij de niet zichtbare wereld verbeelden. Dat sloot aan bij de vernieuwingen in de kunst rond de eeuwwisseling. We zien het terug bij schilders als Mondriaan, die met zijn horizontale en verticale lijnen de ‘Grote Eenheid’ wilde uitdrukken, tot bij de symbolistische schilders, die in hun doeken de zielenwereld wilden vastleggen, zoals Karel Schmidt.
Schmidt verenigde zijn geestverwanten in de Smeden, een gezelschap kunstenaars dat de kunst als sociaal-maatschappelijk en spiritueel middel zag. Met hulp van Margaretha Verwey (zus van de bekende dichter Albert Verwey), werd er in het Stedelijk Museum Amsterdam in het najaar van 1918 een groepstentoonstelling van de Smeden georganiseerd.
Zijn hele leven was Schmidt een diep gelovig, maar niet dogmatisch mens. Voordat hij zich in 1914 toelegde op de esoterische schilderkunst, was hij een gepassioneerd evangelist. Hij hield talloze preken. De gedrevenheid waarmee hij zijn visie op het christelijk geloof verkondigde, had echter een dramatisch gevolg. In 1914 werden hij en zijn vrouw, in hun eigen woning te Zandvoort, door aanhangers van de plaatselijke dominee in elkaar geslagen.
Schmidt raakte in een coma en liep een chronische longbeschadiging op. Zijn toen zwangere vrouw kreeg een miskraam.
Aanleiding voor deze mishandeling was de onwil van Schmidt om zich te laten dopen. Bovendien was hij een concurrent voor de plaatselijke dominee, want Schmidts openluchtpreken op het strand trokken meer belangstelling dan de kerkdiensten.
Na drie dagen ontwaakte Schmidt uit zijn coma. Door zijn bijna-doodervaring, die een diepe en blijvende indruk op hem maakte, kwam er een wending in zijn leven. Hij nam het besluit zich volledig aan de schilderkunst te wijden.
Vanaf toen nam hij niet langer de aardse werkelijkheid als uitgangspunt, maar legde hij zich helemaal toe op het verbeelden van het bovenaardse, het mystieke, dat hij door geestelijke ervaringen tot zich kreeg. Zijn streven werd om als schilder de wereld achter de fysieke wereld, ‘de innerlijke waarheid’, te openbaren. In de hoop de in zijn ogen zieke maatschappij en mensheid hiermee te genezen.
Karel Schmidts leven was intens maar van korte duur. Hij stierf in 1920 op veertigjarige leeftijd aan de longbeschadiging die het gevolg was van de mishandeling in 1914. Hij werd begraven in een naamloos graf: ‘Ga niet naar mijn graf, ik zal daar niet zijn,’ aldus Schmidt, die tot het einde van zijn leven zijn spirituele overtuigingen trouw bleef.
Schmidts werk en leven zijn na zijn overlijden in 1920 in de vergetelheid geraakt. Totdat de zoon van Karel Schmidt, Karel Schmidt junior, het tijd vond dat het werk van zijn vader gezien en begrepen zou worden. In 2003 werden werken op doek, tekeningen en aquarellen geschonken aan het toenmalige Instituut Collectie Nederland (thans de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed). Een waardevolle zet, gezien de verscheidenheid van Schmidts oeuvre en de belangrijke boodschap die hij uitdroeg in zijn werk.
Schmidt schilderde op doek en papier wat hij met zijn geestesoog waarnam. Kleurrijke visualisaties van menselijke aura’s, gevoelens, reïncarnaties, visioenen, landschappen met aardstralingen, abstracte en figuratieve beelden, natuur en wezens omgeven door energiestromen. Ook maakte hij werken waarin Christus centraal stond.
Zijn grote verlangen was daarbij de mensen te stimuleren zich open te stellen voor de onzichtbare wereld, zodat zij zouden gaan ‘leven uit den geest’. Hierbij volgde hij op impulsieve wijze de stroom van zijn inspiratie. Het gevolg is dat er in zijn oeuvre geen duidelijke lijn te herkennen is.
Karel Schmidt was een zeer uitgesproken persoonlijkheid, wars van alle kunst- en denkconventies van zijn tijd. Zijn karaktereigen-schappen gaven hem kracht, maar brachten hem eveneens verscheidene keren in conflict met anderen. Hij voelde zich aangetrokken tot esoterie en theosofie, maar ging hier op eigen wijze mee om.
Volgens overlevering was hij korte tijd lid van de Vrijmetselarij, uit onderzoek is dit echter nog niet aangetoond. Later trad hij toe tot het Leger des Heils, maar zijn afkeer van dogmatiek zorgde er voor dat hij in conflict raakte met de staf.
Op persoonlijk vlak was zijn ontmoeting met Piet Mondriaan in Blaricum niet echt een succes; zij verschilden te veel van mening.
terug naar boven